Het gebruik van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling binnen Amsterdamse kinderopvang is voor verbetering vatbaar. Hoewel de meldcode als goed naslagwerk wordt gezien, wordt het nog te weinig toegepast in de praktijk. Dat concludeert de GGD Amsterdam op basis van onderzoek naar het effectiever inzetten van de meldcode binnen de kinderopvang. Dit meldt het ministerie van Volksgezondheid.
Ondersignalering van kindermishandeling is een landelijk probleem. In november 2016 presenteerde de ‘Taskforce kindermishandeling en seksueel geweld’ een ‘Nationaal programma’, waarin onder andere het belang van vroegsignalering wordt benadrukt. De kinderopvang is bij uitstek een plaats voor vroegsignalering, aangezien hier veel kinderen al vanaf jonge leeftijd gebruik van maken.
Het signaleren van kindermishandeling is dan ook een van de taken van de kinderopvang. Ook in de kinderopvang blijkt er echter sprake van ondersignalering, ondanks het gebruik van de verplichte meldcode. Uit het onderzoek van GGD Amsterdam blijkt dat de meldcode bij alle deelnemende organisaties geïmplementeerd is, maar dat deze vooral als goed naslagwerk wordt ervaren, en niet als handzaam instrument voor praktisch gebruik. Er is behoefte aan meer concrete voorbeelden van te nemen acties en van mogelijke signalen van kindermishandeling. Ook blijkt uit het onderzoek dat het invoegen van de (aangepaste) observatielijst uit de meldcode aan het reguliere observatie-instrument een meerwaarde heeft voor de beroepsgroep.
Echter, om effectief gebruik te maken van de meldcode in de kinderopvang, dient tevens een verandering bewerkstelligd te worden in de houding van de gehele branche kinderopvang. Hierbij spelen de kinderopvangorganisaties, maar ook de ouders, gemeenten en belangenverenigingen een rol. Wanneer er meer erkenning is voor de signalerende rol van de kinderopvang, kan dit de pedagogisch medewerkers ondersteunen om deze rol naar behoren uit te voeren.
Door: Redactie Nationale Zorggids