De gemeenten Woerden, Montfoort en Oudewater gaan flink bezuinigen op de uitgaven voor de jeugdzorg. Het gevolg hiervan is dat kinderen die psychologische hulp nodig hebben, op wachtlijsten dreigen te belanden of zelfs geweigerd worden in verband met patiëntenstops. Dit meldt het AD.
Ondanks dat er meer kinderen worden doorverwezen naar ambulante ggz-instellingen, kopen de gemeenten minder zorg in. Zo heeft de gemeente Woerden nog maar budget voor 132 kinderen, terwijl er dit jaar nog genoeg budget was voor 278 kinderen. Hetzelfde gebeurt in Montfoort, waar het aantal kinderen dat geholpen kan worden slinkt van 33 naar 18, en in Oudewater, waar het aantal afneemt van 37 naar 18. Alleen De Ronde Venen lijkt wel genoeg zorg te hebben ingekocht.
Een gevolg van deze bezuinigingen is dat kinderen met bijvoorbeeld angstklachten, somberheid of gedragsproblemen langer moeten wachten op hulp van een psycholoog. Een kind moet echter binnen vier weken na doorverwijzing geholpen worden, zo stelt de zogeheten Treeknorm. Voor de kliniek dreigt de wachttijd echter op te lopen naar zes weken, en psychiater Michiel Bosman, directeur van Dokter Bosman, vreest dat hij patiënten moet gaan weigeren. “Dat mag niet, omdat we een zorgplicht hebben."
Bosman heeft om die reden een noodkreet gestuurd naar de wethouders van de drie gemeenten. Wethouder Haring van Woerden wil echter eerst met Bosman om tafel om de wachtlijsten en patiëntenstops te bespreken. “Ik heb die signalen namelijk nog niet gekregen. Elk kind dat zorg nodig heeft, krijgt die zorg'', aldus de wethouder. Bosman hoopt dat de wethouder deze belofte nakomt. “Extra geld uittrekken voor jeugdzorg betaalt zich terug. Kinderen die niet geholpen worden en daardoor bijvoorbeeld hun schoolcarrière vernaggelen, kosten uiteindelijk veel meer."
Door: Redactie Nationale Zorggids