Kinderen die naar het speciaal voortgezet onderwijs gaan, bijvoorbeeld omdat ze verstandelijk of lichamelijk gehandicapt zijn, kunnen vaak niet zelfstandig naar school. Nu krijgen alleen ouders die verder dan 5 km van de school wonen een vergoeding voor het vervoer van en naar de school. D66 wil dat criterium loslaten. Daarmee wordt ook de keuzevrijheid voor deze ouders en kinderen vergroot. D66-raadslid Dehlia Timman: “Voor de ouders van deze kinderen zijn de zorgtaken al behoorlijk zwaar. Het halen en brengen van en naar school is een enorme opgave. Leerlingenvervoer moet daarom aansluiten bij de situatie van het kind en het gezin, ook als ze op 6 km of verder van een school wonen.” Timman dient hiertoe vandaag een initiatiefvoorstel in.
Vervoer voor wie dat nodig heeft
Het idee achter de 5km zone is dat indien een school dichtbij huis is de ouders kunnen lopen of kunnen fietsen. Bij kinderen met een handicap of gedragsstoornis verschilt het echter enorm wanneer een kind wel of niet kan fietsen of zelfstandig kan reizen. Voor kinderen met ernstige problemen zal zelfs voor 4 km afstand tot de school vervoer nodig zijn, terwijl het voor sommige ouders geen probleem is om een kind 6 km verderop naar school te brengen. Timman: “D66 vindt dat wat een kind nodig heeft om op school te komen, centraal moet staan bij de vraag of je wel of geen vergoeding krijgt voor de vervoerskosten. Het aantal kilometers dat iemand van een school af woont mag niet doorslaggevend zijn.” Ook wil de partij dat door experts op school per kind worden gekeken hoe veilig het is om zelfstandig te reizen in plaats van dat de gemeente dit bepaald.
Naar een school die past bij het kind
Veel scholen voor speciaal onderwijs hebben expertise op het gebied van bepaalde gedragsproblemen of stoornissen. Het kan daardoor voorkomen dat een kind beter gedijd op een school ver van huis, in plaats van die ene school voor speciaal onderwijs in de buurt. Timman: “Een kind moet naar die speciale school kunnen die het beste bij hem of haar past. Het mag niet zo zijn dat kinderen niet de juiste ondersteuning krijgen door een kilometercriterium van de gemeente.”